100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Theorie Algemene Taalwetenschap 1 $5.61   Add to cart

Summary

Samenvatting Theorie Algemene Taalwetenschap 1

  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document is een beknopte, maar volledige samenvatting van de theorie te kennen voor Algemene Taalwetenschap 1. Hoofdstuk 7 tot en met 16 worden duidelijk uitgelegd aan de hand van voorbeelden. Soms wordt er verwezen naar figuren in het handboek. Reviews zijn meer dan welkom! Veel succes!

Preview 3 out of 30  pages

  • No
  • Hoofdstuk 7 t.e.m. 16
  • December 30, 2021
  • 30
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 91 Flashcards
$4.73 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Leg uit: taalregister Gebruik volgende kernwoorden: field, tenor, mode

Answer: Sprekers maken lexicale en grammaticale keuzes afhankelijk van de communicatiecontext. Deze wordt beïnvloed door enkele factoren, namelijk - Field: het onderwerp - Tenor: de relatie van de gesprekspartners t.o.v. elkaar - Mode: het gebruikte medium of kanaal

2.

Leg uit: verschil tussen stijl en taalregister

Answer: Taalregister is het resultaat van de combinatie van factoren die bepalen hoe men communiceert in context. Stijl slaat enkel op het formaliteitsniveau. Mensen die elkaar met \'u\' aanspreken houden een formeler gespreken dan wie tutoyeert. De stijl wordt bepaald door de context en is dus een onderdeel van het register.

3.

Leg uit: speech community

Answer: Een speech community is een groep mensen die dezelfde taal of talen spreken. Culturele en sociale samenhang zijn eveneens belangrijk bij het bepalen van een speech community.

4.

Leg uit: dialect en dialect continuums, standaard dialect, accent Wat heeft een isoglosse hiermee te maken?

Answer: Ver verspreide talen zijn nooit volledig homogeen: uitspraak, lexicon en grammatica kunnen verschillen. Er zijn dus dialectische varianten. Varianten met distinctieve eigen kenmerken worden dialecten genoemd. Wanneer aangrenzende regio’s verschillende dialecten hebben, maar elkaar perfect kunnen begrijpen, spreken we van dialect continuums. De term accent slaat op de fonetische en fonologische verschillen. Het standaard dialect is de dialectische variant die wordt gezien als meest correct. Een isoglosse is een lijn op een landkaart om de grenzen aan te duiden van regio’s waar een bepaald kenmerk te vinden is.

5.

Leg uit: speech accomodation

Answer: Men past de manier van spreken aan aan de persoon waarmee ze spreken en neemt kenmerken van de ander over. Dit fenomeen heet speech accomodation. Weigering tot accommodatie zorgt voor een grotere of kleinere afstand tussen de sprekers.

6.

Leg uit: geheime talen of anti-talen

Answer: Professionele registers sluiten niet-leden uit, aangezien die niet alles kunnen begrijpen. Soms dient een register specifiek om in het geheim boodschappen over te brengen. In dit geval spreken we van geheime talen of anti-talen. Een geheime taal kan gecreëerd worden door grammaticale, semantische of syntactische veranderingen van een bestaande taal.

7.

Leg uit: domeinen (context: meertalige gemeenschappen)

Answer: Een speech community bestaat niet altijd uit sprekers van slechts één taal. Wanneer er meer dan één taal gesproken wordt, spreken we van tweetaligheid of meertaligheid. De meeste Aboriginal speech communities in Australië waren (en zijn nog steeds) tweetalig. Sprekers moeten dus kiezen welke taal ze gebruiken en die keuze heeft dan ook een betekenis. De clusters van factoren die de keuze bepalen heten domeinen.

8.

Leg uit: diglossia

Answer: De variant die op school aangeleerd wordt is de high variety, voornamelijk gebruikt in formele contexten. De low variety is de informelere variant. Dit fenomeen heet diglossia.

9.

Leg uit: code-switching

Answer: Binnen een gesprek kan er veranderd worden van taal. Dit noemen we code-switching. In de meeste tweetalige situaties bezit de spreker een repertoire van één of meerdere lokale kleinere talen die samenhangen met lokale etnische groepen én een algemenere taal, een nationale taal. Het kiezen voor een lokale taal duidt op solidariteit, de keuze voor de nationale taal wijst eerder op afstand. De keuze van taal kan een strategische zet zijn om een doel makkelijker te bereiken.

10.

Leg uit: language shift Gebruik volgende kernwoorden: bedreiging/obsolescence, dode taal, gradual shift, sudden death

Answer: Talen en sociolinguïstische patronen veranderen constant. Wanneer een taal of variant opvallend minder of meer gebruikt wordt, of wanneer er duidelijke gewoonteveranderingen binnen de taal ontstaan, spreken we van language shift. Zo kan de hoofdtaal vervangen worden door een andere taal en wanneer dit toepasbaar is op een volledige speech community spreken we van bedreiging of obsolescence. Een taal die niet meer gesproken wordt, is een dode taal. Language shift kan verschillende generaties lang duren, gradual shift. Een veelvoorkomend fenomeen is het versimpelen van de grammatica en het lexicon. Als een taal binnen één generatie verdwijnt, spreken we van sudden death.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tarajacobus. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

95453 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.61  12x  sold
  • (0)
  Add to cart